Een teef wordt gemiddeld twee keer per jaar loops. Hoe lang er tussen twee loopsheden zit varieert per hond, zo’n vier tot twaalf maanden. Dit betekent dat een hond ook één of drie keer per jaar loops kan zijn.
Er is één manier om loopsheid te voorkomen en dat is door de hond te steriliseren. Bij sterilisatie verwijderen we de eierstokken en soms de baarmoeder. Hieronder leggen we daar meer over uit.
Sterilisatie (of beter: castratie)
Steriliseren is eigenlijk een onjuiste benaming. Feitelijk is het een castratie, want we verwijderen beide eierstokken en soms ook de baarmoeder. Bij een sterilisatie (zoals bij de mens) worden slechts de eileiders afgebonden en blijven de eierstokken zitten. Hoe zo’n operatie bij de hond verloopt zie je in deze fotoreportage.
Voordelen:
- ingreep is éénmalig en 100% zeker.
- op langere termijn goedkoper, maar belangrijker:
- als beneden de leeftijd van 2 jaar wordt geopereerd, is het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd duidelijk minder.
Ook bij honden die niet worden gesteriliseerd en waarbij de loopsheid gewoon elk half jaar komt, is er een verhoogd risico op het ontstaan van melkkliergezwellen en baarmoederontsteking op latere leeftijd. Alleen om deze reden is, wanneer u toch nooit een nestje wilt, een sterilisatie al aan te raden.
- er is geen kans meer op een baarmoederontsteking: de hond is dan ernstig ziek, de enige therapie is sterilisatie.
Nadelen:
- een nest zit er vanzelfsprekend nooit meer in.
- zoals bij elke operatie is er een gering risico op complicaties. Gelukkig is dit risico met de moderne anesthesie-methoden en een pre-operatief onderzoek van de hond uiterst klein.
- er is een zeer kleine kans op urine-incontinentie, vnl. bij bepaalde grote rassen (Boxer, Dobermann, Duitse Dog).
Als u loopsheid wilt voorkomen, is ons advies, met name wanneer de hond nog jong is en niet voor de fokkerij gebruikt zal worden, de hond te laten ‘steriliseren’.