Honden kunnen worden ingeënt tegen verschillende ziektekiemen. Gelukkig worden in Nederland de meeste honden goed gevaccineerd. Hierdoor komen weinig vervelende ziektes bij honden in ons land voor.
De beste bescherming tegen ziektes met de Healthy Pet Club
Wanneer u lid wordt van onze Healthy Pet Club, is uw dier voor een vast bedrag per maand het hele jaar voorzien van de jaarlijkse vaccinaties en bescherming tegen vlooien, teken en wormen! Bovendien kunt u gebruik maken van nog veel meer voordelen. Hoe? Kijk hier voor meer informatie.
Welke ziektes zijn er?
Hondenziekte
Hondenziekte, veroorzaakt door het CDV-virus, komt over de hele wereld voor en is zeer besmettelijk. Jonge honden kunnen eraan overlijden. Oudere honden hebben last van hun luchtwegen, waardoor hoesten en neusuitvloeiing voorkomen. Ook kunnen ze last krijgen van hun zenuwstelsel, wat voor blijvende verlammingen kan zorgen, ook nadat het virus weg is.
Een voordeel van dit virus is, dat het heel erg op het mazelen virus van de mens lijkt. Hier worden honden niet ziek van, maar als ze het ingespoten krijgen wordt het afweersysteem gewekt om ook tegen het CDV-virus afweerstoffen te maken. De afweerstoffen van moeder reageren niet met het mazelen virus. De jonge pup kan zo op 6 weken al ingeënt worden tegen hondenziekte met behulp van het mazelen virus. Een aantal weken later kan de pup dan ingeënt worden met een onschadelijk gemaakt hondenziekte virus.
Parvo
Parvo, een ziekte die bij de jonge hond heftig braken en bloederige diarree en ook bij de oudere hond ernstige ziekteverschijnselen veroorzaakt, is een zeer besmettelijke ziekte. Het tast ook het afweersysteem aan, waardoor andere ziekteverwekkers gemakkelijk ziekte kunnen veroorzaken. Het parvo-virus blijft lang actief in uitwerpselen en kan zo lang voor besmetting zorgen. Er zijn ook honden die het virus in hun lichaam hebben zonder ziek te worden; ze kunnen dan andere honden wel besmetten. Aangezien het bij zowel jonge als oudere honden voorkomt, moet er jaarlijks opnieuw tegen ingeënt worden. Lees hier meer over parvo.
HCC
Besmettelijke leverziekte (Hepatitis Contagiosia Canis) wordt veroorzaakt door het CAV-1 virus. Dit virus verspreidt zich voornamelijk via de urine. De dieren kunnen er erg ziek van zijn, en zoals de naam al aangeeft, wordt de lever (ernstig) aangetast. Vooral jonge honden kunnen er ook plotseling door sterven.
Ziekte van Weil
Een andere naam voor de ziekte van Weil is leptospirose. Leptospiren zijn beweeglijke bacteriën. Ze zwemmen als het ware het lichaam van de hond binnen, via wondjes, slijmvliezen, maar ook door de huid. Eén van de soorten leptospiren zorgt voor de ziekte van Weil. Via de urine verlaten ze het lichaam van een zieke hond. Ook ratten en mensen kunnen ziek worden en de leptospiren met de urine uitplassen. Water waar urine van ratten in zit, bijvoorbeeld grachtenwater, is de belangrijkste bron van infectie. De nieren en de lever worden ernstig aangetast en de honden kunnen heel erg ziek worden.
Jaarlijks vaccineren is noodzakelijk. Niet alleen om de hond te beschermen, maar ook om de mensen in de buurt van de hond te beschermen, aangezien mensen ook (zeer) ziek kunnen worden. Ook als honden niet zwemmen, is het toch belangrijk om de hond in te laten enten, omdat de inenting ook helpt tegen andere soorten leptospiren dan degene die de ziekte van Weil veroorzaken.
In onze praktijk is in oktober 2011 een hond zeer waarschijnlijk overleden aan ziekte van Weil. Voorkom dat bij uw hond door het dier jaarlijks te laten vaccineren. Ziekte van Weil komt ook bij de mens voor. Lees hier meer daarover.
Besmettelijke Hondenhoest (voorheen Kennelhoest)
Besmettelijke Hondenhoest wordt veroorzaakt door verschillende virussen en bacteriën. Lees hier alles over Besmettelijke Hondenhoest.
Hondsdolheid
Hondsdolheid (Rabiës) is een virusziekte die zeer besmettelijk is voor vrijwel alle zoogdieren. Een besmet dier bijt een ander dier. Het virus gaat naar de hersenen en zorgt ervoor dat het dier graag bijt. Ook zit het virus in het speeksel, en zo verspreidt het zich. De afloop is vrijwel altijd dodelijk. In Nederland is de laatste jaren geen hond met hondsdolheid gezien, maar inenten is zeker verstandig als de hond naar het buitenland gaat. In veel landen is een inenting tegen hondsdolheid ook verplicht, anders mag de hond het land niet in.
Entschema voor de pup
Door onze praktijk wordt het volgende entschema gehanteerd:
- 6 weken: Puppy enting ( Hondeziekte en Parvo)
- 9 weken: Parvo/Weil enting
- 12 weken: Cocktail-enting
Deze cocktailenting is opgebouwd uit Parvo, Weil, Paraïnfluenza, Hondeziekte en Leverziekte (HCC).
Op een leeftijd van 1 jaar wordt wederom de Cocktail-enting gegeven en daarna volgen we een alternerend entschema. Dat wil zeggen dat wel elk jaar de vaccinatie tegen Ziekte van Weil geven, maar om de drie jaar komen daar hondeziekte en parvo daarbij. De vaccinatie tegen besmettelijke hondenhoest (kennelhoest) is optioneel, maar wel verplicht wanneer je hond naar het pension gaat en sterk aan te raden wanneer de hond veel in contact komt met andere honden (trainingen, clubs, shows, enz.). Zie onderstaand schema:
Als je naar het buitenland gaat is ook (tijdige) vaccinatie tegen hondsdolheid vereist.
U hoeft dat gelukkig zelf niet te onthouden: elk jaar ontvangt u van ons een herinnering voor de hervaccinatie van uw huisdier. Naast de vaccinatie wordt ook een algemeen onderzoek gedaan naar de gezondheid van uw hond. Een jaarlijkse gezondheids-check dus waarbij ook ruim tijd is om eventuele vragen van uw kant te beantwoorden.
Want ook voor uw huisdier geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Deze gezondheids-check bevat algemene controles van belangrijke functies. Kortom, complete zorg: vanaf de eerste wankele stapjes tot en met de verdiende oude dag. U zou wensen dat uw huisarts zoiets doet voor u!
Met de hond naar het buitenland
Wanneer de hond naar het buitenland gaat, is een enting tegen hondsdolheid (Rabiës) verplicht. Zie hiervoor onder vakantie-tips.
Veel gestelde vragen
Omtrent het enten van honden worden nogal eens wat vragen gesteld:
Waarom worden pups zo vaak geënt?
Bij pups is het afweersysteem in ontwikkeling. Gedurende de eerste levensweken drinkt de pup moedermelk en krijgt via deze melk antistoffen tegen verschillende ziektekiemen. Met name de eerste melk zit er vol mee. In een vroeg stadium kan de pup de antistoffen nog opnemen via de darmen. Naarmate de tijd verstrijkt wordt het gehalte antistoffen minder en tevens gaan de pups steeds meer vast voedsel eten. Zo rond de 6 weken is het tijdstip aangebroken dat de pup zelf afweer kan opbouwen. Vandaar dat op dat moment begonnen wordt met het enten.
Waarom moeten honden elk jaar geënt worden?
Na een enting wordt door de hond zelf afweer opgebouwd. Deze opgebouwde afweer zal in de loop der tijd weer afnemen. Zo is de opgebouwde afweer tegen de ziekte van Weil, Paraïnflueza en Bordetella na ongeveer 1 jaar verdwenen. Vanaf dat moment is de hond bij b.v. een infectie met de ziekte van Weil dus niet goed beschermd. Vandaar dat hier ieder jaar tegen geënt moet worden. Tegen Parvo en bijvoorbeeld het Hondeziektevirus wordt weerstand opgebouwd die 2 jaar is gewaarborgd. Vandaar dat er een afwisselend entschema gehanteerd wordt.
De langste bescherming wordt gegeven door vaccins die levend gemodificeerd virus bevatten. Er wordt dan ook aangeraden om deze te gebruiken zodat minder vaak ingeënt hoeft te worden. Tegen de kernziekten bestaan vaccins die drie jaar geldig zijn. Vaccins tegen bacteriële ziekten zijn minder lang geldig, deze zullen dus vaker herhaald moeten worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inenting tegen de ziekte van Weil, die jaarlijks herhaald moet worden.
Om te bepalen wat voor uw hond het beste vaccinatieschema is, kunt u het beste met uw dierenarts overleggen. Zaken als ras, leeftijd, gezondheid, gewoontes (bijvoorbeeld wel of niet mee op reis, komt het dier in pensions, trimsalons en dergelijke) en gegevens over welke ziekten er lokaal voorkomen spelen hierbij een rol.
Als u toch minder vaak uw huisdier wilt laten enten
Onderzoek toont aan dat de vaccins tegen de kernziekten met gemodificeerd levend virus soms zelfs tot zeven jaar lang kunnen werken. Let op, dit geldt niet voor alle dode vaccins of vaccins tegen bacteriële ziekten! Daarnaast zal de werkingsduur per hond verschillen.
De officiële geregistreerde werkingsduur is echter hooguit drie jaar en dit is dan ook de werkingsduur die dierenartsen moeten aanhouden en waar officiële instanties vanuit gaan. Minder vaak inenten zou dus niet noodzakelijkerwijs de gezondheid van uw dier in gevaar brengen, maar levert wel problemen op als u uw dier bijvoorbeeld in een pension moet onderbrengen.
Om te bepalen of het nodig is uw dier opnieuw te laten inenten, is het mogelijk om een antilichamen-spiegel in het bloed te laten bepalen door een bloedtest af te laten nemen. Dit noemt met ‘titeren’. Dit geldt alleen voor de drie kernziekten. Voor de ziekte van Weil heeft dit geen zin omdat de antilichamen niet lang genoeg in het bloed blijven. Voor een aantal andere ziekten zoals kennelhoest is er geen rechtlijnig verband tussen de hoeveelheid antilichamen en de daadwerkelijke bescherming dus ook hier heeft het geen zin om een bloedtest te laten doen.
De hond van de buurman wordt nooit geënt en nooit ziek; hoe kan dat?
Het feit dat niet-gevaccineerde honden niet ziek worden komt doordat bijna alle honden wel goed geënt worden. In feite profiteert de buurman van het goede entgedrag van andere honden-bezitters. Door een goed vaccinatiebeleid is het gelukt hele vervelende ziekten tot een minimum te beperken. Wanneer meerdere mensen de hond slecht of zelfs niet laten enten is de kans groot dat in de loop der tijd de infectiedruk van meerdere ziektekiemen